Onderzoek laat zien dat we ongeveer 200 eetkeuzes per dag maken. En die keuzes maken we niet allemaal bewust. Geuren, aanbiedingen, anderen zien eten of een open koektrommel: het kan je allemaal verleiden om tóch iets ongezonds te nemen.
Het helpt wanneer je bewust bent van de verleidingen die je tegenkomt. Wij geven je 5 tips om die verleidingen makkelijker te weerstaan.
TIPS
- Ga voor jezelf na op welke momenten je ongewenste eetkeuzes maakt en maak een plan om daar mee om te gaan. Bijvoorbeeld: Je ploft ’s avonds op de bank en vindt dat je wel wat lekkers hebt ‘verdiend’. Dan kun je je hierop voorbereiden door het maken van een ‘als-dan’-plan: Als ik moe ben en mezelf wil belonen, dan neem ik een warm bad of een kop thee met een leuk tijdschrift in plaats van chocolade of koek.
- Bespreek je verleidingen met je gezin of partner. Het is in deze omstandigheden voor iedereen belangrijk om gezond te eten. Dus maak met de kinderen fruit-spiesjes in plaats van koekjes te gaan bakken en vraag je partner om niet naast je te gaan zitten met die zak chips maar pak allebei een handje nootjes. Gezond eten is makkelijker én leuker als je het samen doet!
- Neem je een keer een snack? Kijk dan hoe groot de portie is. Meestal is een kleine portie al meer dan genoeg om de ergste trek te stillen. En geniet er met volle teugen van!
- Maak een boodschappenlijst en wijk daar niet van af. Doe ook geen boodschappen als je honger hebt, of laat een ander de boodschappen doen. Zo kom je niet in de verleiding om meer mee te nemen dan goed voor je is.
- Maak jouw huis gezond. Zeker nu we veel tijd thuis doorbrengen, kan dit je enorm helpen! Al met een paar kleine aanpassingen in je keuken, aan de eettafel en in de woonkamer maak je gezonder eten makkelijker. Hoe? Doe onderstaande opdracht en je weet het.
OPDRACHT
Doorloop jouw huis en kijk of je huis je helpt om gezonde keuzes te maken. Hieronder staan 20 vragen. Hoe meer je kunt zeggen “Dat klopt”, hoe gezonder je huis. Noteer welke dingen je nog kan aanpassen en ga er meteen mee aan de slag!
- De fruitschaal staat in het zicht en er liggen minimaal 2 soorten fruit op.
- Als ik keukengerei of servies pak, zie ik geen koek, snoep of snacks liggen.
- Koek, snoep en snacks zitten in een niet-doorzichtige voorraadpot, kast of lade.
- Als ik gezonde producten pak (zoals brood en fruit) zie ik geen koek, snoep of snacks liggen.
- Ik heb geen grote voorraad van ongezonde zoete en hartige lekkernijen (maximaal 3, bijvoorbeeld 1 pak koekjes, 1 zak chips en 1 zak bitterballen in de vriezer).
- Gezonde producten om tussendoor te eten (zoals ongezouten noten en gedroogde vruchten), liggen voor het grijpen of in de voorraadkast vooraan in het midden.
- Voorgesneden groente en fruit liggen klaar als snack in een doorzichtig bakje.
- Ik heb geen afbeeldingen van ongezonde lekkernijen in de keuken. Denk aan een magneet van een hamburger op de koelkast, een glas met daarop een frisdrankmerk of een koektrommel met daarop foto’s van koekjes.
- Ik heb geen grote voorraden frisdrank, sappen of andere dranken met suiker (maximaal 2, bijvoorbeeld 1 fles frisdrank en 1 fles sap).
- Eten schep ik op in de keuken.
- Maaltijden eet ik van relatief kleine borden.
- Maaltijden eet ik aan tafel.
- De tv staat uit en er liggen geen telefoons of tablets op tafel tijdens het eten.
- Er staat kraanwater op tafel tijdens de avondmaaltijd, geen frisdrank of sap.
- Er staat geen wijn op tafel. Als ik wijn drink, dan schenk ik het in de keuken in een klein wijnglas in.
- Groente schep ik als eerste op.
- Groente zet ik op tafel, zodat ik er makkelijk meer van kan pakken.
- Ik drink zoete dranken uit kleine, smalle glazen van maximaal 200 milliliter.
- Koekjes, snoep en snacks (zoals chips) eet ik niet uit de verpakking. Ik doe een klein beetje in een bakje.
- Lege flesjes of blikjes van frisdrank, sap en bier laat ik staan nadat ik ze heb opgedronken. Zo zie ik hoeveel ik er inmiddels van op hebt. Hetzelfde geldt voor snoeppapiertjes.